‘Resultaatfinanciering is een middel om meer impact te realiseren.’

Alles op een rijtje
Deel:

Leeuwarden Oost is één van de zestien stedelijke vernieuwingsgebieden, die onderdeel uitmaken van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. In deze gebieden werken Rijk, gemeenten en maatschappelijke partners samen aan het wegwerken van achterstanden op sociaal en economisch vlak. Strategisch adviseur Oleg Boneschansker (inmiddels werkzaam bij de gemeente Groningen) zette in Leeuwarden mede het programmaplan op. 

“We hebben in Leeuwarden heel lang dingen gedaan die niet leidden tot de gewenste effecten”, zegt Boneschansker. “Er is nog steeds veel sprake van armoede, schuldenproblematiek, hoge bijstandsuitkeringen en mensen die niet participeren. Met Leeuwarden Oost hebben we een afgebakend deel in de stad, dat ruimte biedt om te innoveren en te experimenteren.” 

Onderdeel van het programma is het ‘Gezinslab Leeuwarden Oost’, dat zich richt op het verbeteren van de leefsituatie in de wijken Oud Oost en Bilgaard, waar zo’n 20.000 mensen wonen. Dat moet onder meer gebeuren door de inzet van ervaringsdeskundigen en door beter te luisteren naar de doelgroep. Daarnaast wordt geëxperimenteerd met resultaatfinanciering om professionals meer ruimte te bieden voor maatwerk. Alles wat in het Gezinslab wordt geleerd en wat werkt, zal later ook in andere wijken in Leeuwarden worden gebruikt. 

Voor echte verandering is een langetermijnvisie nodig

Bijzonder aan het programma Leeuwarden Oost is dat zo’n vijftig partners zich voor twintig jaar hebben gecommitteerd om de problemen aan te pakken. Volgens Boneschansker is een langetermijnvisie nodig om daadwerkelijk veranderingen te realiseren. “Kortetermijnprogramma’s stoppen vaak na vier jaar weer, omdat er een andere wind gaat waaien. Een voorbeeld daarvan zijn de gesubsidieerde banen: mensen zijn weer werkloos, komen weer thuis te zitten en moeten soms ook nog hun toeslagenschuld terugbetalen. Door de scope op twintig jaar te leggen werk je toe naar het verbeteren van een generatie. Je zorgt je ervoor dat een nieuwe generatie, de kinderen van de huidige bewoners, het gewoon beter hebben dan de mensen nu.”

Zoek naar nieuwe vormen van financieren 

Bij die langetermijnvisie horen ook nieuwe vormen van financieren, stelt Boneschansker. “We krijgen geld voor de activiteiten die we doen, maar de vraag was: zetten we dat nu één op één door of gaan we de regie en het mandaat pakken om daadwerkelijk impact te realiseren? Dat was een belangrijke inhoudelijke drive om te kijken of we met innovatieve manieren van financieren een beter resultaat kunnen bereiken.” 

“Een andere reden is dat we het als gemeente niet heel breed hebben. Er is nu flink wat incidenteel geld, maar structureel is het sociaal domein geen vetpot. Er is de afgelopen jaren fors op bezuinigd en dat heeft zijn weerslag gehad op de dienstverlening. Niet iedereen die dat nodig heeft, kan alle ondersteuning krijgen om stappen te zetten in het leven. Met resultaatfinanciering ga je eerst uit van de impact die je wilt realiseren en bekijk je later hoe je die financiert”, aldus Boneschansker. “De financiering is niet het hoofddoel, maar een nieuw middel om meer impact te realiseren dan voorheen.” 

Leer van andere gemeenten

Voor de governancestructuur waarvan Leeuwarden gebruikmaakt, is gekeken naar de aanpak in Rotterdam-Zuid, die de basis vormt voor de aanpak in de zestien stedelijke vernieuwingsgebieden. “Zij zijn al sinds 2012 bezig, dus daar liggen evaluaties en ervaringen. We vliegen ook expertise van daaruit in om ons mee te nemen in wat wel en wat niet werkt. Maar je moet hun structuur ook weer niet simpelweg kopiëren, want we hebben in Leeuwarden onze eigen situatie. Met een andere infrastructuur van werkgevers, andere woningcorporaties, andere onderwijsinstellingen. Dus je moet het wel omvormen naar iets wat bij jouw gemeente past.”

Koester je programmamanager

Een belangrijke rol in het geheel is volgens Boneschansker weggelegd voor de programmamanager of programmadirecteur. “Dat is degene die de kar trekt, de hoofdlijnen bewaart en de relatiebeheer doet. Marloes (Schreurs, red.) (Link naar interview met Marloes) doet dat enorm goed. Zij pakt echt de regie en weet wat ze wil en zorgt ervoor dat iedereen daar zijn plek bij krijgt. Ik creëer voor een deel de randvoorwaarden om dat mogelijk te maken. En wij stemmen alles heel nauw op elkaar af.” 

Hij vervolgt: “Ik zorg ook voor de binding met de gemeente, want wat binnen het programma Leeuwarden Oost gebeurt, heeft zijn weerslag op wat je als gemeente in zijn geheel doet. Als je op het gebied van werk en inkomen innovatieve projecten opzet, moet je dat wel afstemmen met de rest van je organisatie. Dat doe ik ook op het gebied van de financieringsstrategie door af te stemmen met onze juristen en onze financieel adviseurs. Omdat het programma zo omvattend is, heb je beide functies wel nodig om stappen vooruit te kunnen zetten. We hebben bijna vijftig partners, een bestuur van een partij of tien, vier pijlers en een scope van twintig jaar. Als je dat in je eentje wilt gaan managen, is dat niet te doen.” 

Wees je bewust van de urgentie

Boneschansker is trots op de positieve stemming die er in Leeuwarden heerst. Hij constateert dat iedereen er zin in heeft en er een enorm goede sfeer in het programma zit. “Iedereen zit met fris optimisme aan tafel, de bestuurders, de betrokken uitvoerders, de bewoners die we vragen. Geen valse verwachtingen, maar wel met het idee van: we gaan echt iets doen aan een situatie door op langere termijn verandering te bewerkstelligen. Volgens mij hebben we de goede randvoorwaarden gecreëerd om ook echt dat effect te gaan bereiken. En ook intern staan alle lichten op groen om ermee aan de slag te gaan. Juristen en financieel adviseurs denken positief mee. We hebben de wind in de zeilen.” 

“Hoe dit komt? Doordat we de noodzaak ervan inzien. Dat is het belangrijkste. Er zijn wijken in Nederland waar mensen structureel niet meekomen en waar een steeds grotere kloof tussen arm en rijk ontstaat. Daar moet je wat aan doen en van die kortetermijnacties weten we nu wel dat ze weinig opleveren.” Volgens Boneschansker hebben “de nobele inzet” van de burgemeester, het gezamenlijk optrekken met de andere steden en het ministerie ertoe bijgedragen dat er zo’n breed draagvlak is gecreëerd. “Op politiek niveau en op het niveau van de ‘gewone’ burger. Dat zie je terug, het is oprecht.”

Geef niet op

Andere gemeentes die ook verandering willen doorvoeren, wil Boneschansker meegeven: “Geef niet op en creëer massa. Zorg ervoor dat je project belangrijk wordt, zowel intern als bij partners, en dat het voor een groot deel overlapt met de doelen van die partijen. Sta achter je ambities en schik niet in wat je deed, maar kijk wat er nodig is om die ambities daadwerkelijk te realiseren. En daar past resultaatfinanciering heel goed bij.”

Andere praktijk voorbeelden
Cookies op de website van de Grote Beweging.
De grote beweging gebruikt Functionele en Analytische cookies voor website optimalisatie en statistieken.